Het avontuurlijke speelgoed uit ‘Toy Story’, de kokende rat uit ‘Ratatouille’, de pratende auto’s uit ‘Cars’ en de kleurrijke vissen in ‘Finding Nemo’. Ruim vijfhonderd kunstwerken van de Amerikaanse animatiestudio vullen de tentoonstelling ‘Pixar: 25 Years of Animation’ in de Amsterdam Expo. De expositie laat het proces van schets naar animatiefilm zien.
Naast de betoverende installaties de Zoetrope en de Artscape, waar de animaties door beweging tot leven komen, zijn er opvallend veel ‘niet-bewegende’ werken zoals schetsen, pentekeningen en kleimodellen. “Traditionele kunstvormen zijn heel belangrijk, hier begint het proces mee,” zegt Belinda van Valkenburg, Shading Art Director bij Pixar. Zij begeleidt de kunstenaars in de zoektocht naar de juiste materialen, kleuren en texturen voor de films.
Het proces begint met het bedenken van een verhaal met bijpassende karakters en omgeving. Hierna komen de schetsen en pentekeningen om het verhaal te visualiseren.
Na het schetsen worden de filmkarakters ook geboetseerd. “Zodat we er echt omheen kunnen lopen en kunnen kijken wat wel en wat niet werkt. Of karaktereigenschappen wel tot hun recht komen en hoe de schaduw valt als we er een lamp op zetten,” zegt Van Valkenburg. Pas op het moment dat de kleimodellen af zijn, komt er een computer in beeld. Hieraan gaat zo’n anderhalf tot 2,5 jaar vooraf.
De driedimensionale computertechniek brengt de tekenfiguren vervolgens tot leven. “Toch draagt het niks bij aan het verhaal of het vormen van de karakters,” zegt Van Valkenburg. “Het versnelt misschien het proces, maar hart en ziel van de films zijn voor de tussenkomst van de techniek al bepaald.”
Dit is waarin Pixar zich onderscheidt van andere animatiestudio’s. Kwaliteit gaat boven kwantiteit. Vier tot vijf jaar is Pixar bezig met één film. Voor elk project wordt uitgebreid research gedaan. Zo werden voor Finding Nemo bijvoorbeeld duiklessen genomen en voor Ratatouille het Parijse riool bestudeerd. “Dat vind ik het leukste aan het hele proces,” zegt Van Valkenburg.
Het bijzonderste aan de tentoonstelling is de Artscape. In de grote donkere ruimte komt de wereld van Pixar als het ware op je af. Niet zoals het in de bioscopen verschijnt, maar als een levende collage gevormd door de vele schetsen en tekeningen die de rest van de tentoonstelling sieren. Scheurend door het Texaanse landschap racet Lightning McQueen uit Cars op je af, waarna je met superheld Dash uit ‘The Incredibles’ met een bovenmenselijke snelheid mee rent door het landschap en Mike en Sulley uit ‘Monsters, Inc.’ je vanachter elke deur proberen te laten schrikken. Door beweging komen de animaties tenslotte pas echt tot leven.
Verschenen in Trouw op 3 juni 2013